Projectbeheersing

De projectmanager is de opdrachtnemer en is verantwoordelijk voor het opleveren van het projectresultaat. Per projectresultaat wordt een plan van aanpak opgesteld met de tien beheersaspecten (randvoorwaarden waarbinnen het projectfaseresultaat moet worden opgeleverd). De 10 beheersaspecten zijn:

1. Scope
2. (Management)informatie & informatiesystemen
3. Kwaliteit
4. Tijd
5. Capaciteit
6. Sociale dynamiek
7. Organisatie
8. Stakeholders & communicatie
9. Risico
10. Geld (budget)

Het projectfaseresultaat is de basis voor het opstellen van de scope van de betreffende projectfase. De scope omvat datgene wat concreet aan inhoudelijke producten wordt opgeleverd en welke werkzaamheden hiervoor moeten worden uitgevoerd. Bovendien wordt vastgelegd welke (management-) informatie gedurende het project wordt opgeleverd. Vervolgens wordt de kwaliteit van de scope met de bijbehorende acceptatiecriteria vastgelegd. Daarna worden de uit te voeren werkzaamheden gepland in de tijd (tijd) en wordt bekeken welke resources (capaciteit) met welke competenties (sociale dynamiek) dit project gaan uitvoeren. De volgende stap is het in kaart brengen wie allemaal formeel bij het project betrokken zijn (organisatie) en wie invloed heeft op het project (stakeholders) en hoe met hem wordt gecommuniceerd (communicatieplan). De voorlaatste stap is het inventariseren en analyseren van de risico’s van het project, waarna het budget van de projectfase kan worden vastgesteld.